Half liggend op een bed, steunend op mijn onderarm en hangend
boven een kartonnen bakje word ik al spugend door het ziekenhuis gereden.
Ondertussen probeer ik onhandig mijn andere arm gestrekt te houden omdat er een
infuus in mijn elle boog holte is aangebracht. Ik heb al vijf dagen migraine. Mijn
middenrif trekt zo heftig samen dat mijn bovenlijf ervan schokt en het enige
wat er uit komt is wat gelig schuim. Na eindeloos in een kamertje op de
spoedeisende hulp te hebben gelegen word ik nu naar een afdeling gebracht. Ik
heb mijn ogen stijf dicht, elke prikkel is teveel. Alles draait van binnen. Op
de plek van bestemming hoor ik de stem van mijn zus. Mijn woorden “Dit is toch
geen leven” maken samen met mijn aanblik diepe indruk op haar. De impact van
migraine ineens weer pijnlijk duidelijk. Een geliefde zien lijden en niets
kunnen doen. Migraine zichtbaar maken is mijn doel. Tegelijkertijd voel ik mij
schuldig omdat het onmacht geeft bij anderen. Er is geen oplossing en dus geen
verlossing.